Voorlopige hechtenis, wat is dat?
Een bevel tot voorlopige hechtenis tot aan de terechtzitting kan niet zomaar worden gegeven:
- Het moet gaan om een verdenking van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten (één van de strafbare feiten genoemd in artikel 67 lid 1 Wetboek van Strafvordering)
- Het bevel kan voorts worden gegeven indien geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland van de verdachte kan worden vastgesteld en hij verdacht wordt van een misdrijf waarvan de rechtbanken kennis nemen en waarop, naar de wettelijke omschrijving gevangenisstraf is gesteld.
- Een bevel voorlopige hechtenis kan NIET worden gegeven als niet uit feiten of omstandigheden blijkt van ernstige bezwaren tegen de verdachte. Er is juridisch sprake van ernstige bezwaren als er meer tegen u is dan alleen een vage verdenking dat u betrokken bent bij het plegen van een strafbaar feit. Het moet gaan om een “stevige” verdenking met stevige aanwijzingen. Als het gaat om een verdenking van een terroristisch misdrijf, kan een vage verdenking soms wel voldoende zijn.
- Er moeten wettelijke gronden aanwezig zijn om een bevel tot voorlopige hechtenis te geven: deze gronden zijn genoemd in artikel 67a Wetboek van Strafvordering.
Deze gronden voor voorlopige hechtenis staan in artikel 67a Wetboek van Strafvordering:
- ernstig gevaar voor vlucht;
- een gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid, die de onverwijlde vrijheidsbeneming vordert.
Met een gewichtige reden van maatschappelijke veiligheid wordt bedoeld:
- indien er sprake is van verdenking van een feit waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van twaalf jaren of meer is gesteld en de rechtsorde ernstig door dat feit is geschokt;
- indien er ernstig rekening mede moet worden gehouden, dat de verdachte een misdrijf zal begaan:
– waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van zes jaren of meer is gesteld of
– waardoor de veiligheid van de staat of de gezondheid of veiligheid van personen in gevaar kan worden gebracht, dan wel algemeen gevaar voor goederen kan ontstaan;- indien er sprake is van verdenking van een der misdrijven omschreven in de artikelen 285, 300, 310, 311, 321, 322, 323a, 326, 326a, 350, 416, 417bis, 420bis of 420quater van het Wetboek van Strafrecht, terwijl nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de dag waarop de verdachte wegens een van deze misdrijven onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf of maatregel, een vrijheidsbeperkende maatregel of een taakstraf is veroordeeld dan wel bij onherroepelijke strafbeschikking een taakstraf is opgelegd en voorts er ernstig rekening mede moet worden gehouden dat de verdachte wederom een van die misdrijven zal begaan;
- indien er sprake is van verdenking van een van de misdrijven omschreven in de artikelen 141, 157, 285, 300 tot en met 303 of 350 van het Wetboek van Strafrecht, begaan op een voor het publiek toegankelijke plaats, dan wel gericht tegen personen met een publieke taak, waardoor maatschappelijke onrust is ontstaan en de berechting van het misdrijf uiterlijk binnen een termijn van 17 dagen en 15 uren na aanhouding van de verdachte zal plaatsvinden;
- indien de voorlopige hechtenis in redelijkheid noodzakelijk is voor het, anders dan door verklaringen van de verdachte, aan de dag brengen van de waarheid.
De voorlopige hechtenis bestaat dus uit tenminste twee fases: de bewaring (maximaal 14 dagen) en de gevangenhouding (maximaal 90 dagen) en de eventueel door de rechtbank verlengde voorlopige hechtenis.
Begin van de voorlopige hechtenis: de bewaring
Als de rechter-commissaris het verzoek van de officier van justitie om u langer vast te houden, toewijst, dan geeft hij een bevel tot bewaring. Daarmee begint uw voorlopige hechtenis. Volgens de wet begint de bewaring (14 dagen) na afloop van de inverzekeringstelling. Tijdens de bewaring wordt u vrijwel altijd overgebracht naar een huis van bewaring.
De gevangenhouding
Na afloop van 14 dagen eindigt uw inbewaringstelling. Is de officier van justitie van mening dat u in voorlopige hechtenis moet blijven, dan zal hij, ruim voor het einde van de bewaring, de rechtbank om een bevel tot gevangenhouding vragen.De gevangenhouding maakt, samen met de bewaring, deel uit van de voorlopige hechtenis. Voordat de rechtbank over de gevangenhouding beslist, wordt u door de rechter opgeroepen en wordt u door de rechter daarover gehoord. De advocaat is bij dit verhoor aanwezig voor de verdachte.
Een bevel tot gevangenhouding geldt voor maximaal 90 dagen. Als de gevangenhouding voor een kortere duur wordt bevolen, kan deze worden verlengd als de officier van justitie de rechtbank daarom vraagt.Het verhoor vindt achter gesloten deuren plaats: familie en vrienden kunnen daar niet bij zijn. De rechtbank Gelderland in Zutphen houdt deze zittingen op donderdag. De uitspraak hoort u meestal dezelfde dag of de volgende dag. De zittingen duren zeer kort, meestal niet langer dan 10 minuten per persoon.
Hoger beroep tegen gevangenhouding
Tegen een bevel tot gevangenhouding, of de verlenging daarvan, kunt u in hoger beroep gaan bij het gerechtshof. Na ingang van de beslissing van de rechtbank heeft u hiervoor 3 dagen de tijd. In principe kunt u maar één keer in hoger beroep gaan. Indien u al tegen het eerste bevel tot gevangenhouding hoger beroep heeft aangetekend, kunt u dat niet meer doen tegen verlenging van de gevangenhouding. Mocht u worden vrijgelaten, dan kan de officier van justitie daar tegen in hoger beroep gaan.
Beperkingen
Tijdens de voorlopige hechtenis kunt u in bepaalde gevallen te maken krijgen met beperkingen. Het enige doel van deze beperkingen is het belang van het onderzoek van uw zaak. Tijdens deze beperkingen mag u geen contact hebben met familie en/of vrienden. U mag dan alleen contact hebben met uw advocaat. Ook uw advocaat mag geen berichten doorgeven aan familie en/of vrienden, zeker niet als deze berichten te maken hebben met uw zaak. Als u tijdens uw beperkingen toch een brief wilt versturen, kan dit alleen met toestemming van de rechter-commissaris.
Beëindiging of schorsing van de voorlopige hechtenis
Indien er sprake is van één of meerdere persoonlijke omstandigheden, dan kunt u de rechtbank vragen u vrij te laten, ook al zijn er voldoende gronden om u langer vast te houden. In sommige gevallen zal de rechter uw verzoek om vrijlating honoreren. De voorlopige hechtenis (bewaring en gevangenhouding) wordt dan tussentijds beëindigd. Dat betekent dat u vrij komt.
Wordt de voorlopige hechtenis geschorst dan kunt u onder bepaalde voorwaarden naar huis, bijvoorbeeld dat u niet (opnieuw) een strafbaar feit begaat, dat u zich gedraagt naar de aanwijzingen van de reclassering, dat u zich aan een contactverbod houdt, of dat u niet op bepaalde plaatsen mag komen.
Opheffing van de voorlopige hechtenis is definitief: er kunnen geen voorwaarden aan u worden opgelegd. U kunt zelf verzoeken om opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis.
Als de voorlopige hechtenis opgeheven of geschorst is, betekent dit niet dat de strafzaak beëindigd is. Het betekent alleen maar dat u niet meer vast hoeft te zitten totdat de rechter een beslissing heeft genomen naar aanleiding van de beschuldiging van de officier van justitie.
Ik kan voor de verdachte een schorsingsverzoek indienen. Vaak helpt het als de reclassering in een rapportage aangeeft een schorsing te ondersteunen en onder welke voorwaarden.
Neem gerust contact op!
Advocatenkantoor M.A.D. Kok (Marten Kok)
(06)51616441
(0341)552487
mad.kok@kok-advocaten.nl
Fazantlaan 11 3852 AN ERMELO
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.